- dierlijk
- {{dierlijk}}{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [aan het dier eigen] animal2 [de mens als dier eigen] animal ⇒ 〈pejoratief〉 bestial, 〈redeloos〉 brute, 〈ruw〉 brutish♦voorbeelden:1 de dierlijke aard/natuur • animal naturedierlijk magnetisme • animal magnetism; 〈geschiedenis〉 mesmerismdierlijke vetten • animal fatsdierlijke warmte • animal heat2 aan zijn dierlijke lusten voldoen • satisfy one's bestial desireshet dierlijke in de mens • the animal in manII 〈bijwoord〉1 [beestachtig] bestially, brutishly
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.